De allerrijkste 1 procent van Nederland is weer wat rijker. Ze hadden in 2015 295 miljard euro aan privaat vermogen. Dat is wat meer dan het jaar ervoor, maar de andere 99 procent ging er nog wat meer op vooruit.

In 2015 hadden de rijkste 1 procent bijna 28 procent van het totale vermogen in handen. Een jaar ervoor was dat nog 28,5 procent, meldt de Volkskrant op basis van cijfers van het CBS. Het is voor het eerst sinds de crisis dat de vermogenskloof tussen de rijken en ‘normale’ huishoudens afneemt.

Dat komt volgens de economen van het CBS door de stijgende huizenprijzen. Dat is een fors onderdeel van het private vermogen van de gewone huishoudens, en die profiteren dan ook flink van de stijgende prijzen. De allerrijksten hebben vaak een diverser vermogen, zoals een aandelenportefeuille of een goed gevulde spaarrekening, en zij profiteren daardoor relatief gezien minder van de huizenmarkt.

Ook de kloof met de superrijken is ietsje minder groot geworden. De rijkste 7.500 huishoudens (de top 0,1 procent) hadden in totaal 117 miljard euro. Dat is 11 procent van het totale vermogen, een fractie minder dan in 2014.

Bij de berekeningen heeft het CBS de pensioenen niet meegeteld. Het gaat om vrij vermogen, dat direct kan worden besteed. Volgens critici zouden de pensioenen wel meegenomen moeten worden – dan is de vermogenskloof fors kleiner. Het CBS werkt op dit moment aan een methode om ook op deze manier de verschillen uit te rekenen.

Volgens hoofdeconoom van het CBS Peter Hein van Mulligen is de ongelijkheid in vermogen hoe dan ook 'relatief groot'. De kloof is groter dan de verschillen in inkomen, die al jarenlang vrij klein en stabiel zijn.